Projecten

Topsporters, zeker duursporters, moeten genoeg eten om aan hun energiebehoefte te voldoen. Daarom werken zij vaak met een voedingsdeskundige die een individueel voedingsplan maakt. Tot nu toe was dit plan gebaseerd op generieke informatie en expertise van de voedingsdeskundige, omdat het niet mogelijk was om het daadwerkelijke energieverbruik tijdens de training te meten. Dit kan nu wel; met behulp van een mobiele gasanalyse. We meten welk substraat (koolhydaten vs. vetten) een sporter verbruikt en hoeveel hij verbruikt. Door dit in kaart te brengen tijdens verschillende trainingen en intensiteiten wordt een overzicht verkregen van het energieverbruik van de sporter. Hierdoor kan er een nog beter gepersonaliseerd voedingsplan gemaakt worden.

Veel innovaties die voor de topsport ontwikkeld worden, kun je ook op andere gebieden toepassen. Het samenwerkingsverband Eat2Move richt zich op het ontwikkelen van optimale voeding voor de bevordering van prestatie en herstel in (top)sport en zorg. In het consortium werken we samen met de Wageningen Universiteit, NOC*NSF, Ziekenhuis de Gelderse Vallei, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Nizo Food Research en Friesland Campina. Het project wordt gefinancierd door de Provincie Gelderland. Inmiddels is Fase 3 van Eat2Move van start gegaan, bekijk hier de resultaten van fase 2. Meer weten? Bezoek dan de website van Eat2Move.

Een topsporter kan zich fit voelen maar is dit ook meetbaar? Er zijn methoden die enig inzicht geven, zoals het testen van hoeveelheden testosteron of cortisol in het speeksel of het bloed. Daarnaast zijn er nog andere fysiologische parameters die iets zeggen over de fitheid van een topsporter. En veel van deze parameters zijn met voeding te beïnvloeden. Maar we weten nog niet alles hierover, er is nog veel onbekend. In dit project wordt het vraagstuk multidisciplinair bekeken. Doel is om uiteindelijk met behulp van fysiologische testen en analyses de fitheid van topsporters beter te kunnen monitoren en ook bij te kunnen sturen waar nodig. Papendal werkt samen met Sport Medisch Centrum Papendal (SMCP), Ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) en de Wageningen Universiteit (WUR). Het project wordt financieel ondersteunt door de Provincie Gelderland.

De start van een BMX Supercross wedstrijd, specifieker de eerste twee pedaalslagen,  is de belangrijkste voorspeller van het eindresultaat van de wedstrijd. Om zo goed mogelijk te starten moet de sporter effectief kracht en vermogen leveren op de pedalen. Maar het betrouwbaar meten van het vermogen bij de BMX-start is niet eenvoudig. Er is nog geen product beschikbaar die aan de eisen voldoet, om de eerste omwentelingen te meten maar denk ook aan de hoge frequentie en het  meten van links / rechts verschillen. In aanloop naar de OS in Tokyo 2020 is er nog winst te behalen als we het vermogen van de start in kaart kunnen brengen. Daarom hebben we, met o.a. de TU Delft, NOC*NSF en Lode een project gestart om een BMX-vermogensmeter te ontwikkelen.

Wheelen is een Paralympische sport waarin de prestaties de laatste jaren aanzienlijk verbeterd zijn, met steeds kleinere verschillen. De coaches zoeken daarom naar effectievere methodes en technieken om de prestaties van de sporters te verbeteren. De uitvoeringstechniek is een van de belangrijkste aandachtspunten. Daarom zijn we een project gestart, met de Rijksuniversiteit Groningen en de Haagse Hogeschool, om meer inzicht te krijgen in de techniek van de uitvoering door objectieve metingen. Met behulp van inertiale sensoren op de stoel brengen we slagfrequentie, snelheid en contacthoeken in kaart. Hierdoor kunnen we de effectiviteit van huidige trainingsmethoden en sportprestaties beter inzichtelijk krijgen, zodat de coaches betere keuzes kunnen maken voor hun sporters.

De verwachting is dat de Olympische Spelen in Tokyo 2021 de meest uitdagende Spelen worden vanwege extreme weersomstandigheden van +/- 33 °C, in combinatie met zeer hoge luchtvochtigheid. Sporten in hitte is intensief voor het lichaam, soms zelfs gevaarlijk en dus ook van invloed op de te leveren prestaties. Om topsporters hier op voor te bereiden is Papendal partner in het project Thermo Tokyo, samen met de Radboud Universiteit, Vrije Universiteit, TU Delft, Hogeschool Arnhem en Nijmegen en NOC*NSF. In de klimaatkamer #OpPapendal kunnen topsporters wennen aan presteren in de hitte. Daarnaast wordt hen geleerd om op het juiste moment hun lichaam te koelen. Dit op basis van maatwerk: afgestemd op het individu.

Eiwitten afkomstig van plantaardige bronnen worden ook wel “groene eiwitten” genoemd. Het doel van het project is het ontwikkelen van recepten met groene eiwitten, waarmee een variatie van type eiwitbronnen in het dieet van sporters kan worden aangeboden. Er wordt met een groep van startup en MKB-levensmiddelenbedrijven samengewerkt om nieuwe innovatieve producten te ontwikkelen met groene eiwitten. Denk bijvoorbeeld aan een algen-quinoa-burger met 18 gram eiwit. Met sensorische testen, proefsessies en enquêtes wordt gekeken of de producten aansluiten bij de wensen van de topsporters. Zo worden innovatieve producten ontwikkeld die kunnen bijdragen aan een gezond en duurzaam dieet.

Een worstenbroodje, maar dan gezonder en eiwitrijk. Dat is het sportenbroodje. Een product gezamenlijk ontwikkeld door Houben Worstenbrood en Sportcentrum Papendal, gemaakt van vezelrijk deeg en een eiwitrijke kipvulling. Het sportenbroodje bestaat uit diverse koolhydraten en heeft een hoog eiwitgehalte. Door het lage vetgehalte onderscheidt het sportenbroodje zich van andere snacks. Voor sporters zijn macronutriënten zoals koolhydraten en eiwitten erg belangrijk. Koolhydraten leveren een belangrijke bijdrage aan de energie-inname, terwijl eiwitten zorgen voor de spieropbouw. Het sportenbroodje is ontwikkeld met het doel om in deze behoefte te voorzien en is verkrijgbaar in het Topsportrestaurant op Papendal.

Voeding helemaal afstemmen op je sport en trainingsprogramma. Dat is wat je wil als topsporter. Want zo haal je het beste uit je voeding. Dit maken we mogelijk door de Papendal Voedingsapp. Topsporters gebruiken deze app op hun smartphone, de app is gekoppeld aan het kassasysteem in het Topsportrestaurant. Zodra de sporter zijn maaltijd heeft afgerekend schiet het systeem de producten, met voedingswaarden, in de app. Hier ziet de topsporter of hij de juiste hoeveelheden aan voedingsstoffen binnenkrijgt. Producten die de sporter niet in het Topsportrestaurant koopt, voert hij zelf in. In het diëtistenportal zien sportdiëtisten het eetpatroon van de topsporters die ze begeleiden. Hierdoor is persoonlijk voedingsadvies mogelijk.